English
Francais
German
Polish
Home


Martin Sjardijn

Martin Sjardijn volgde zijn opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag.
Na zijn afstuderen begon hij zijn professionele carrière met een samenwerking met de Franse Group Ludic.
Deze groep ontwierp futuristische speeltuinen in opdracht van de Bijenkorf, die op vier locaties in Nederland en Frankrijk werden gerealiseerd.

Zijn ervaring met het ontwerpen van speelruimtes in de openbare ruimte leidde tot de oprichting van de Werkgroep Speelbouw,
samen met Nout Visser. Met deze groep realiseerde hij een aantal experimentele speeltuinen in Den Haag en organiseerde
hij kunstprojecten in de publieke ruimte. Deze projecten onderzochten de interactie tussen kunst, spel en de stedelijke omgeving,
en droegen bij aan innovatieve manieren van het beleven van openbare ruimte.

In 1975 besloot Sjardijn zich volledig toe te leggen op autonome schilderkunst. Dit leidde tot de oprichting van het succesvolle
Haagse Centrum voor Actuele Kunst (HCAK), het eerste kunstenaarsinitiatief van Nederland. Het HCAK speelde een belangrijke
rol in de ontwikkeling van de hedendaagse kunstscene en bood een platform voor experimentele en vernieuwende kunstvormen.

Vanaf 1984 verschoof Sjardijn's interesse naar sculpturen in gewichtloze ruimte. Hij ontwierp het concept
A Line in Outer Space Visible from Earth with the Naked Eye, dat de basis vormde voor het project A Mirror in Outer Space.
Dit project, in samenwerking met Wim Bijleveld, werd gerealiseerd in Omniversum Den Haag.

Rond 1990 begon Sjardijn, met ondersteuning van Erik Jansen van de Technische Universiteit Delft, onderzoek te doen
naar de mogelijkheden van sculptuur in gewichtloosheid door middel van interactieve virtual reality. Met financiering van
de Mondriaanstichting kon hij virtual reality-apparatuur ontwikkelen. Dit leidde tot de creatie van het eerste Virtuele Museum
voor het Groninger Museum, een educatief project in samenwerking met leerlingen van het Haags Montessori Lyceum.

Ondanks zijn innovatieve projecten in sculptuur en virtual reality bleef schilderkunst een constante factor in zijn werk.
Geïnspireerd door het werk van Francis Bacon, staat in zijn schilderijen het dramatische mensbeeld centraal.
Op uitnodiging van Peter Kattenberg werkte en exposeerde Sjardijn in New York. Daarna werkte hij aan een virtual reality-project in Hongarije.

In 2010 ontmoette Sjardijn de schrijfster en dichteres Anne Borsboom. Deze ontmoeting leidde tot een liefdesrelatie en
vruchtbare artistieke samenwerking, waaronder het project The Art of Nietzsche, waarvoor hij werd uitgenodigd door Anne Woodward.
Anne Borsboom begeleidde hem ook bij zijn virtual reality-onderzoek aan de TU Delft en inspireerde hem tot schrijven en dichten.

Sinds 2014 woont en werkt Sjardijn afwisselend in Frankrijk en Scheveningen. Zijn focus ligt op schilderijen en tekeningen waarin
de menselijke figuur centraal staat. Door de invloed van Anne is hij zich tevens gaan richten op literatuur en poëzie. Naast zijn voortdurende
onderzoek naar virtual reality, werkt hij aan een boek en schrijft hij gedichten, waarbij kunstmatige intelligentie (AI) een belangrijke rol speelt.

In zijn beeldende kunst experimenteert hij met AI en zoekt hij naar een spontane werkwijze, vaak geïnspireerd door modellen, naaktstudies
en directe handelingen. Naast Francis Bacon vindt hij recent inspiratie in het werk van Tracey Emin.

Sjardijn’s werk blijft een constante zoektocht naar nieuwe vormen en expressies, waarbij de menselijke existentiële conditie altijd centraal staat.
Zijn artistieke praktijk, gekenmerkt door experiment en reflectie, blijft vernieuwend en relevant in de hedendaagse kunstwereld.